(085) 06 55 705 (op werkdagen 12.30-13.30) / 06-83658259

Nageboorte

Na de bevalling krijg je een prik in je been met oxytocine. Deze oxytocine helpt je baarmoeder om zich nog goed te blijven samentrekken. De moederkoek of placenta (nr. 2 op de afbeelding) zal na de geboorte van de baby afgestoten moeten worden door de baarmoeder (nr. 1 op de afbeelding). Dit gaat gepaard met wat krampen. Na de geboorte van de placenta zal de baarmoeder niet meer volledig ontspannen om het bloedverlies te beperken. Je hebt namelijk een wond in je baarmoeder zitten zo groot als de placenta. Belangrijk is dat je vaak gaat plassen, omdat een volle blaas een reden kan zijn dat je baarmoeder niet goed kan samentrekken en dan kun je een nabloeding krijgen.

Als je kindje aan je borst drinkt gaat dit gepaard met samentrekkingen van de spieren van je baarmoeder. Ook borstvoeding beperkt het bloedverlies na je bevalling. Soms leggen we het kindje ook aan je borst als de placenta op zich laat wachten, om zo ook de baarmoeder te helpen dat de placenta wordt los gelaten.